De elfjarige Cooper Sullivan vindt het maar niks dat hij de zomer bij zijn grootouders en hun paarden moet doorbrengen. Dat verandert als hij hun buurmeisje ontmoet, Lil Chance, die niet meisjesachtig is met haar honkbalobsessie. En dat paardrijden blijkt ook wel mee te vallen. Na deze eerste zomer komt hij elk jaar terug en de vriendschap tussen Cooper en Lil groeit uit tot een overweldigende liefde. Lil heeft een heel duidelijk beeld van wat ze met haar leven wil: bioloog worden en dieren beschermen. Cooper heeft moeite met het keurslijf waarin hij door zijn ouders is gepropt, wordt detective in New York en blijft weg uit de bergen waarin hij en Lil elke zomer doorbrachten. Twaalf jaar later keert hij terug om voor zijn grootouders te zorgen. Als een wandelaarster dood wordt aangetroffen, moeten Cooper en Lil samenwerken om achter de identiteit van de moordenaar te komen. Kunnen ze dit doen zonder de net geheelde wonden open te trekken?